Interview Dehlia Timman, raadslid D66 Amsterdam

Dehlia Timman (1979) is sinds 2014 gemeenteraadslid voor D66 in Amsterdam op de portefeuilles Onderwijs, Diversiteit en Bestuurlijk stelsel. Haar politieke loopbaan is begonnen als politiek assistent van Boudewijn Oranje, in stadsdeel Amsterdam Centrum, op de portefeuilles Bouwen en Wonen, Sport, Burgerparticipatie en Economie (2010-2014). Ze is kandidaat-lijsttrekker voor 2018. 

Hoe is je politieke loopbaan begonnen? Het begon toen ik mijn zoon, mijn oudste, op een school moest krijgen en in Amsterdam moest dat via netwerken. Nu kan ik prima netwerken, dus ik heb mijn zoon op een hele goede school gekregen, maar ik vond dat vreemd, dat hoort niet zo te zijn. Dat proces moet transparant zijn en het was totaal ondoorzichtig. Iedereen moet evenveel kans maken op een goede school en er moet genoeg goed onderwijs voor alle kinderen zijn, in alle buurten. Ik vroeg me af wie gaat hier eigenlijk over en zo kwam ik uit bij de gemeenteraad uit en wilde ik gemeenteraadslid worden. Als gemeenteraadslid wilde ik heel graag onderwijs doen, dat was de reden dat ik politiek actief wilde worden. Die kans heb ik gekregen van Jan (Paternotte, voormalige fractievoorzitter van D66 Amsterdam, nu Tweede Kamerlid), waar ik hem heel dankbaar voor ben, want het is voor D66 een belangrijk onderwerp. Hij zei, je mag het doen, maar dan moet je langs scholen gaan. Dat ben ik gaan doen, voor de hele stad. Nog te weinig, maar dat vind ik het leukste gedeelte van mijn raadswerk. Toen werd ik me er nog veel meer bewust van dat ik op een goede school heb gezeten, en dat ik mijn zoon op een goede school heb gekregen, want ik ben in Amsterdam Zuid opgegroeid. Maar het is allemaal niet zo vanzelfsprekend. Want als je naar Zuid-Oost, Nieuw-West of Noord gaat, zie je dat die kinderen goed onderwijs krijgen, maar die presteren significant lager dan kinderen met rijke ouders. En dat vind ik heel oneerlijk, want ze zijn niet minder slim, ze hebben alleen ouders met minder geld of meer problemen. Dus voor mij is de politiek begonnen bij onderwijs, maar nu hou ik me breder bezig met kansengelijkheid voor kinderen.

Op welk moment dacht je dit kan ik en dit ga ik doen (gemeenteraadslid worden)? Op het moment dat ik gemeenteraadslid werd, was ik zwanger van een tweeling. Na mijn zwangerschapsverlof moest ik er weer in komen, en kort daarna kwam het moment van mijn maiden speech. Dat is een belangrijk moment. Ik ben eigenlijk heel verlegen, spreken voor het openbaar is een hobbel, het is helemaal niet handig om in de politiek verlegen te zijn. Ik dacht shit, shit, shit, die maiden speech. Maar aan de andere kant was het een mindset en dacht ik ‘hoor eens dit wil je al zes jaar, nu mag je er staan, nu zorg je maar dat je een goede speech houdt’. Op dat moment moet je jezelf dwingen om het te doen, ondanks dat het spannend is. En dat ging goed.

Ben je door de politiek minder verlegen geworden? Ja, je moet minder verlegen worden, want anders red je het niet. Je moet van je af kunnen bijten. Een beetje verlegen is niet erg, want dat heeft een charme, maar je moet op de voorgrond durven treden. Maar het is ook de inhoud, als ik een of ander lulverhaal moet houden, dat zie je bij mij. Sommige mensen kunnen dat heel enthousiast brengen, dat vind ik heel moeilijk. Ik had een amendement geschreven over Samen naar School, daar sta ik 100% achter. Dan denk ik kom maar op met die zaal van 500 mensen, i don’t give a fuck. Ik had tegenwerking van mensen uit de partij, dat kan me dan niks schelen. Dan wil ik dat het aangenomen wordt. Punt. En dan doe ik er alles voor. Op zo’n podium klimmen, op een congres, met een microfoon, in de spotlights.

Is dat een verschil tussen mannen en vrouwen? Ja, mannen ouwehoeren de héle tijd, die zijn de hele tijd aan het woord. Ik heb er ruzie over met mijn vriend, die is altijd aan het woord. Hij is nu boos, want hij vindt dat ik teveel praat (lacht). Een collega-raadslid heeft laatst een actualiteit aangevraagd over de pijngrens van kreeften. Hij staat dan een half uur te ouwehoeren aan het begin van de raadsvergadering. Ik ben het niet met hem oneens, maar ik vraag me dan wel af waarom zit ik een half uur te luisteren naar een betoog over de pijngrens van kreeften. En daar gaat het natuurlijk helemaal niet om. Hij wil aan het begin van de vergadering een half uur voor zichzelf.

Kun je voorstellen dat je dat ooit zou doen? Nee.

Vind je dat het een streven om daar te komen? Nee.

Waarom niet? Omdat ik denk dat je ergens jezelf moet blijven. Kijk, ik ben nu bezig om lijsttrekker te worden. Mensen zeggen tegen mij ‘je bent totaal onzichtbaar’. Dus als dat de enige manier is om er te komen, door jezelf koste wat koste op de voorgrond te zetten, dan ben ik niet geschikt. Je moet nee durven zeggen.

Waarom vind je het belangrijk om politiek actief te zijn? Om verschillende redenen. Ten eerste omdat ik me er mee wil bemoeien, het is een mannenwereld. Het enige waar het over gaat, is wie heeft de grootste bek. De inhoud is allàng vergeten. Er moeten meer vrouwen in de politiek en mensen met een migrantenachtergrond moeten zich er mee bemoeien, die moeten ook hun bek opentrekken en zeggen jongens dit gaat zo niet, dit klopt niet. En ten tweede omdat ik vind dat we goed voor onze kinderen moeten zorgen.

 

Werd er bij jullie vroeger thuis over politiek gepraat? Er werd bij ons thuis voornamelijk over schaken gepraat. Dat was hét onderwerp, daar kwam weinig tussen (lacht). Maar het is natuurlijk maar hoe je politiek opvat. Ik vind politiek zorgen dat je iets kunt betekenen voor mensen die het nodig hebben. Maar politiek is ook machtspolitiek. In schaken zit heel erg die machtspolitiek. En in schaken gaat het ook om winnen, wie is het slimste jongetje van de klas, wie durft er mee voor de wereldtitel?

Wat heb je van je ouders meegekregen? Van mijn vader heb ik strategisch inzicht en geduldig zijn mee gekregen, want ik ben nogal ongeduldig maar als je strategisch wil opereren, dan moet je af en toe wat geduld hebben. Mijn vader is een enorme feminist. Heel veel schakers vinden dat vrouwen niet kunnen schaken, te dom zijn om te schaken en het spelletje niet snappen. Mijn vader heeft altijd gezegd ‘wat een onzin, vrouwen kunnen heel goed schaken’. Op een gegeven moment kwamen de Hongaarse Polgár-zusjes op en Judith Polgár, die kon mee met de wereldtop. Mijn vader was een topspeler en die heeft gezegd ik vind het heel gaaf dat een vrouw mee mag doen en ik ga haar helpen. En mijn vader is met haar gaan samenwerken. Hij heeft altijd tegen mij gezegd, je kunt alles bereiken wat je wilt. Van mijn moeder heb ik mee gekregen om te vechten, om door te gaan.

Vrouwen zijn vaak degene die zeggen ‘nou is het genoeg geweest’ 

Heb je het idee dat onderwerpen zoals diversiteit en gendergelijkheid leven in de Amsterdamse gemeenteraad? (zucht) Ja, maar het vervelende is dat het altijd ondergesneeuwd raakt door de machtspolitiek. Iedereen heeft er een enorme mond vol van, ze vinden het allemaal heel belangrijk, want we zijn allemaal politiek correct. Maar als het puntje bij paaltje komt, gaat het om machtsverhoudingen. Het hangt er natuurlijk vanaf welke partij vrouwen en mensen met een kleurtje op de lijst zetten en binnen een politieke partij gaat het uiteindelijk allemaal om machtsverhoudingen.

En hoe gaat dat met andere partijen, of tussen partijen, in de raad? De gemeenteraad is net een klas. Het is een klas met bullies, volgelingen, en je hebt de mensen die zeggen nee, nou is het klaar. En vrouwen zijn vaak degene die zeggen ‘nou is het genoeg geweest’. En hoe meer je daar van hebt, hoe relaxter het wordt. Zo simpel is het. Het moet in balans zijn. Alleen maar vrouwen in de macht lijkt me ook geen pretje. En mannen en vrouwen verschillen van elkaar, maar vullen elkaar ook aan. Dus zorg dat je voldoende balans hebt in zo’n klas, dit gaat over school, over de gemeenteraad, en bijvoorbeeld de Tweede Kamer. Zorg dat iedereen mee mag praten. Ik heb het wel eens met mijn vrouwelijke collega’s in de raad over gendergelijkheid of diversiteit, we zitten op één lijn hierover. Ik denk dat heel veel vrouwen in de raad dat doorhebben.

Je zegt net dat mannen en vrouwen verschillen. Hoe verschillen mannen en vrouwen in de politiek? Mannen willen heel graag scoren; een debat winnen, in de pers. Ik denk dat vrouwen veel meer met de inhoud bezig zijn. Natuurlijk heb ik scoringsdrang. Ik vind het gaaf als iets lukt, als ik een voorstel binnenhaal of als ik daar een interview over krijg. Ik vind scoren leuk, maar niet ten koste van alles, en zeker niet ten koste van de inhoud.

Eén van je tips is: ‘Ga niet over je eigen grenzen heen’. Ben je wel eens over je eigen grenzen heen gegaan? Nee, nog nooit, die bewaak ik heel goed. Je moet bij mij niet aankomen met shit. Met name mannen kunnen over grenzen heen gaan. Dan moet je ruzie maken.

Het is niet alleen maar een moralistisch praatje over diversiteit, het is een verdienmodel

Het lijkt bijna niet mogelijk om in de raad een debat te hebben alleen over gendergelijkheid of over diversiteit. Het is altijd gekoppeld aan een fysieke of sociale omgeving. Als het over racisme gaat, dan zeggen alle politiek correcte types in de raad, Nee racisme mag niet, eens. Volgende agendapunt. Het is heel moeilijk om het onderwerp op zichzelf te bespreken. Anousha Nzume heeft een boek geschreven ‘Hallo witte mensen’. Dat is een manier. In de politiek is dat iets ingewikkelder.

Het lijkt soms of je in de politiek niet iets mag vinden ómdat je vrouw bent of ómdat je een persoon van kleur bent. Ja, klopt. Het is een select clubje hoge heren en die zeggen, dit is hoe we het doen, dit is de norm en jij mag niet piepen dat je een vrouw bent. Daar mag je het niet over hebben. En dat jij een kleurtje hebt, daar hebben we het al helemaal niet over.

Maar zou je het dan niet juist moeten doen? Dit gesprek heb ik wel gevoerd. ‘Trek jij de Sylvana Simons kaart?’ Dat is gewoon een vraag aan mij. Ga je die trekken? Nee, ik heb hem nog nooit getrokken, maar als je me heel boos wil maken, dan zou ik het wel doen. Als ik op een gegeven moment het gevoel heb dat ik tegengewerkt wordt omdat ik een vrouw ben of ik een kleurtje heb, dan zou ik hem trekken. Maar dat gevoel heb ik niet.

Hoe moeten we er volgens jou voor zorgen dat de politiek diverser en inclusiever wordt? Dat kan alleen als meer vrouwen, mensen met een beperking en mensen met een kleurtje zich verkiesbaar stellen. Dat is de enige manier. Als ik straks lijsttrekker ben, ga ik zorgen dat de lijst van D66 Amsterdam een hele diverse lijst wordt. Dat is een van mijn doelstellingen. Een hele goede maar ook een hele diverse lijst, maar ik denk dat dat hetzelfde is. Als je durft een team te creëren met mensen die niet alleen maar elkaar de hand boven het hoofd houden en napraten, maar een team waar veel tegenspraak is – op een prettige manier, waarbij mensen echt de discussie met elkaar aan durven te gaan – dan denk ik dat je betere besluiten neemt, alleen al omdat de mensen in zo’n team verschillende achtergronden en invalshoeken hebben. Ik geloof er heilig in dat dat een verdienmodel is, het is niet alleen maar een moralistisch praatje over diversiteit, het is een verdienmodel.

Wat voor tips wil je geven aan vrouwen die politiek actief willen worden?

  • Gewoon doen
  • Schijt hebben aan wat mensen van je vinden
  • Politiek is nog een mannenwereld. Je ontkomt er niet aan om dat spel mee te spelen met de mannen. Mannen kunnen elkaar bijvoorbeeld afbranden in het debat, daarna gaan ze naar de kroeg, drinken ze een biertje en is het weer goed. Als vrouw ben je iets kwetsbaarder. Dat is helemaal niet erg, want dat is mooi aan vrouwen. Speel het spel tot op zekere hoogte mee. Dat betekent netwerken, af en toe een deal maken, je hoeft niet alles te dealen en wheelen, maar je moet het spelletje een beetje mee spelen.
  • Tegelijkertijd, blijf jezelf en ga niet over je eigen grenzen heen. Ik vinden vrouwen fantastisch. Ik vind het altijd leuk als een van mijn collega aan het woord is. Ik denk altijd hehe, even een vrouw aan het woord. Als je op een gegeven moment echt denkt als ik dit ga doen, dan ben ik niet meer authentiek, dan kan je er beter mee stoppen. Dan ga je iets anders doen.
  • Je moet af en toe goed van je af bijten.
  • Als je bij iemand denkt nu ga je te ver, moet je af en toe knallende ruzie maken. Niet te vaak, maar als je denkt nu ga je te ver.

Welk politiek talent wil je een shout out geven? Lene Grooten, duo-raadslid voor GroenLinks in Amsterdam. Ik vind haar geweldig. Zij is 100% zichzelf, inhoudelijk heel sterk, leest haar stukken goed en ze weet precies waar ze het over heeft.

 

Meer informatie over Dehlia vind je hier: Website en Twitter