Interview Sun Yoon van Dijk, raadslid SP
Sun Yoon van Dijk is gemeenteraadslid voor de SP in Rotterdam op de portefeuilles Zorg, Onderwijs, Cultuur en Sport. Van 2010 tot 2014 was Sun fractiemedewerker in Rotterdam. In de Rotterdamse gemeenteraad zijn 16 van de 45 gemeenteraadsleden vrouw.
Hoe is je politieke loopbaan begonnen?
In juni 2009 ben ik lid geworden van de SP. Als lid heb ik van alles gedaan; geflyerd, langs de deuren gegaan, in het bestuur gezeten, kort als organisatiesecretaris gewerkt, acties en campagnes voor de verkiezingen georganiseerd. In 2010 waren er gemeenteraadsverkiezingen en meteen daarna landelijke verkiezingen, we hebben non-stop campagne gevoerd op een hele intensieve wijze. Een hele leuke tijd. In 2010 zocht ik voor mijn studie culturele maatschappelijke vorming (CMV), een avondopleiding, een stageplek. Ik kon op de fractie van de SP fractiemedewerker worden. Vanuit die stage ben ik fulltime medewerker geworden. Voor de verkiezingen van 2014 stond ik op nummer drie op de lijst, we kregen vijf zetels en zo ben ik raadslid geworden. Die studie sluit niet helemaal aan op het raadswerk, maar aan de andere kant ook weer wel, want CMV staat in het teken van verbinden. Zo zie ik ook mijn rol als volksvertegenwoordiger, de verbinding zijn tussen de Rotterdamse samenleving en de politiek.
Hoe ben je bij de SP terecht gekomen?
Via Krista van Velzen, zij was Kamerlid voor de SP (2002-2010) en een ongelooflijk tof wijf. Ik vind haar ongelooflijk inspirerend omdat ze altijd zichzelf is gebleven. Bij politici had ik het beeld van grijzige muizen, mannen met een hoog bral gehalte, strak in het pak. Krista droeg een spijkerbroek, Nike Air Mexx en sprak gewone mensentaal. Ik had nooit verwacht dat politiek ook zo kon zijn, dat was ongelooflijk verfrissend. Wat je ziet aan politiek op televisie, zeker als je jonger bent, zijn vooral mannen van middelbare leeftijd met een ambtelijke manier van praten. Zo praat Nederland niet. Het lijkt alsof er een wedstrijd wordt gehouden wie de meeste dure woorden kan gebruiken. Krista was precies het tegenovergestelde. En een kneiterharde werker, heel stoer, superactivistisch, niet angstig om zich op te laten pakken of om zich ergens aan vast te ketenen. Dit soort stoere vrouwen, daar word ik gelukkig van. Na dat gesprek met haar ben ik me gaan verdiepen in de SP, ik kom zelf oorspronkelijk uit een VVD-gezin. De SP sprak me veel meer aan. Ik ben opgegroeid in een dorp, een hele gelukkige jeugd gehad met alles wat je maar kan bedenken wat je nodig hebt. Eenmaal in Rotterdam zag ik dat niet iedereen met dat geluk is geboren, of in mijn geval is geadopteerd.
Op mijn avondopleiding zaten ook deelnemers van het HR100-traject, een traject voor mensen van boven de 30 jaar, die een HBO-opleiding aan zouden kunnen, maar in de bijstand zaten. Door deze groep een opleiding aan te bieden, zouden ze daarna hopelijk kunnen doorstromen in een HBO-functie. Ik zag daar vrouwen helemaal opbloemen, die kregen een bak zelfvertrouwen van heb ik jou daar, schitterend om te zien. Het bewijst dat een hele hoop mensen wel willen en kunnen, maar net eventjes dat steuntje in de rug nodig hebben en dat spreekt me bij de SP heel erg aan.
Hoe was jij betrokken bij de HR100?
Op mijn zestiende ben ik gestopt met school, ik had de lijn gevolgd met wat nu vergelijkbaar is met vmbo-tl. Ik ben gaan werken, de banen lagen voor het oprapen. Tien jaar later niet meer en toen heb ik een 21plus test gedaan, dan moet je vier vakken op havo-niveau eindexamen doen. Daarvoor deed ik een opfriscursus en bij die cursus kwam ik de deelnemers van de HR100 tegen. We spraken met elkaar af om samen de stof te oefenen. Eigenlijk werd ik meer een coach voor hen, om hen te helpen met huiswerk. Omdat zij een taalachterstand hadden, heb ik ze zo voorbereid dat ze de examens zouden halen en verder konden met de opleiding. Dat was tof.
Ik kwam in een hele andere wereld terecht, dat vond ik een cultuurshock
Hoe is je gedachtengoed gevormd?
Thuis, in het dorp waar ik ben opgegroeid, hadden wij weinig ‘buitenlanders’, zoals ze dat daar noemden. De paar die er waren, waren over het algemeen heel goed geïntegreerd, dat waren vluchtelingengezinnen waar wij vriendinnetjes mee waren. Wij, mijn biologische zus en ik, waren die buitenlandse kindjes, die geadopteerd waren. Ik besefte mij nooit dat ik anders was dan ‘de Nederlander’. Voor mijn gevoel en zelfs als ik in de spiegel keek, was ik niet anders dan mijn Nederlandse buurmeisje, ik zag geen Aziatisch meisje. Dat komt doordat je dag in, dag uit, alleen maar blanke mensen ziet, die jou als gelijkwaardig beschouwen. Soms werd er gezegd; o, dat zijn die twee Koreaantjes van van Leeuwen. Op mijn 18e kwam ik in Rotterdam wonen en dat gebeurt hier dus niet. Hier word je gezien als die Aziaat. Ik vond dat heel shockerend, dat was voor het eerst dat ik geconfronteerd werd met het feit dat ik niet gezien werd als een Nederlander, terwijl ik me op en top Hollands voelde. Als ik in Rotterdam bij de afhaalchinees kwam, gingen ze opeens Chinees tegen me praten. Terwijl ik Koreaans ben, maar goed, ik schijn er vrij Chinees uit te zien. Dat vond ik heel verwarrend. Op een gegeven moment was ik met een van de meiden uit het HR100-groepje, een Antilliaanse dame, in de supermarkt. Wij werden in de gaten gehouden. Ik begreep niet wat er aan de hand was. Ik zei tegen haar, superirritant dit, wat wil die gast van ons. Zij was het gewend en zei ‘je wordt gewoon in de gaten gehouden of je niet iets jat’. Via hen hoorde ik verhalen hoe het er in hun eigen omgeving eraan toe gaat, dat ze soms geen geld hebben om fatsoenlijk eten te kopen voor de kinderen. Ik kwam in een hele andere wereld terecht, dat vond ik een cultuurshock. Daardoor ben ik me meer bewust geworden van wie ik zelf ben en van het feit dat ik Aziatisch ben. Het mooie daarvan is dat ik daar trotser op ben geworden de afgelopen jaren. Ik ben veel meer gaan nadenken; niet iedereen is voor het geluk geboren. Mijn vader had ons opgevoed met ‘als je er zelf maar hard genoeg voor werkt dan lukt alles’. Dat geloof ik wel, mits je de juiste kruiwagens hebt, de juiste mensen kent en de financiële middelen hebt. Die ervaring heeft mijn visie veranderd. Dat was best even wennen. Eerst dacht ik iedereen moet gewoon voor zichzelf zorgen, je moet jezelf een schop onder je kont geven en ervoor gaan. Totdat je in de realiteit komt te leven. Niet dat een dorp geen realiteit is, maar je mist de rauwe werkelijkheid van een grote en arme stad als Rotterdam. Ik vind het verbazingwekkend dat niet iedereen daardoor zijn gedachten iets menselijker laat worden.
Je stond op de lijst van de TK. Zag je jezelf al zitten daar?
Ik weet nog heel goed dat ik een uitnodiging kreeg om op gesprek te komen. Ik belde Renske (Leijten), ik heb me helemaal niet aangemeld, maar ik krijg een uitnodiging, ik denk dat er iets is fout gegaan. Nee zegt ze, we willen juist graag met je praten. Ik heb een hele tijd getwijfeld, maar ik ben er uiteindelijk op in gegaan, omdat het een hele leerzame periode is. Al die debatten en media-optreden zijn superleerzaam. Niet alleen voor binnen de politiek, maar voor je eigen ontwikkeling, voor welke functie dan ook die je nog in de toekomst gaat doen. Eerste gesprek gehad, tweede gesprek gehad. Op een gegeven moment komt er een selectieweekend. Bij elke volgende stap, word je ambitieuzer. Je gáát fantaseren als je eenmaal in zo’n traject zit. Ik denk dat iedereen dat heeft, je ego gaat meespelen, je wil zo hoog mogelijk op de lijst komen. In het begin zei ik zet mij maar ergens onderop, ik vind het vooral leuk om de campagne mee te voeren, maar uiteindelijk heb je toch die ambitie. Je komt steeds hoger en hoger, ik werd op nummer 23 gezet. Natuurlijk ga je fantaseren, wat als we 25 zetels halen? Ik was realistisch genoeg om te beseffen dat de kans niet heel groot was, hoewel we het eerder hadden geflikt om out-of-the-blue toch 25 zetels te halen. Ik vond het een tof circus om mee te maken. Dus het is niet dat ik mezelf al zag zitten in de Tweede Kamer. Maar ik heb me wel afgevraagd welke onderwerpen ik zou willen doen. Wat zou ik willen veranderen in Nederland. Welke onderwerpen zijn dat? Voor mij is dat onderwijs, met name basis en speciaal passend onderwijs. Wat ik het verneukeratieve vind, zeker met het speciaal onderwijs, gaat het vaak over hele kleine groepjes kinderen. En je merkt in de politiek, of dat nou lokaal of landelijk is, dat er altijd wordt gekeken naar grote impact. Zodra je het over honderden kinderen hebt, wordt het interessant. Maar als het over een handjevol, 5, 6 kindjes hebt, is het een soort collateral damage. Dat irriteert me enorm, ik ben hier in Rotterdam druk mee bezig ben, maar het is grotendeels landelijk beleid. Dat is een onderwerp waar ik landelijk veel meer aandacht voor zou willen hebben.
Heb je bepaalde obstakels of angsten moeten overwinnen om de politiek in te gaan?
In de campagne voor de landelijke verkiezingen was ik in verwachting en dat was bij mij vrij snel duidelijk te zien. Als ik bij een debat kwam, stonden er statafels en voor mij alleen werd een kruk neergezet. Ik zei sorry, waar heb ik die kruk voor nodig. Ja, in ‘jouw positie’. Ik waardeer het heel erg, heel vriendelijk maar dat hoeft voor mij niet. Ik kan best een avondje staan, ik ben nog niet op het punt van bevallen. Het staat raar als ik tussen de mannen sta te debatteren en in mijn eentje op een kruk zit. Én, veelal mannelijke kandidaten, die een opmerking maakte over mijn zwangerschap. NOU succes als jij gekozen wordt, dan moet je vlak daarna weer bevallen, dat zal een drukke periode worden. Wordt dat aan jullie gevraagd, wanneer jullie vader gaan worden, waarom is de impact bij mij zo groot en ligt er bij mij enorm de nadruk op, jij wordt net zo goed vader. Waarom is dat voor mannen zo anders als ze een kind krijgen?Ik ben helemaal geen feminist, maar dat haalde bij mij een stuk irritatie naar boven. Een man krijgt die vragen niet, dat vind ik heel raar. Zeker als ik kijk naar mijn eigen fractie in de Tweede Kamer. Daar zitten helaas niet heel veel vrouwen, maar de vrouwen die er zitten, Renske en Sadet hebben tijdens hun Kamerlidmaatschap gewoon twee of drie kinderen gekregen. Het is een hele krankzinnige én een hele domme vraag. Dat bewijst dat de politiek nog een mannenwereld is. Het is ook lastig omdat je nog steeds in een samenleving zit, waarin het vanzelfsprekend is dat de moeder minder gaat werken of de zorgende rol op zich neemt. Zolang dat dat de standaard blijft, blijft het lastig voor vrouwen, in welke functie dan ook, om heel veel hogerop te kunnen of willen komen. Terwijl lokaal politiek actief zijn juist een fantastische functie is voor moeders, voor vrouwen. Het is een hele mooie functie die je parttime kunt uitoefenen, het is ongeveer drie dagen per week, je kunt iets bijzonders doen en het is goed te combineren met een gezin, voor mannen en vrouwen.
Hoe doorbreek je die cirkel? Je hebt meer vrouwen nodig in de politieke arena, om aan andere vrouwen te kunnen laten zien het kan anders
Waarom zitten er minder vrouwen in de politiek?
Vrouwen voelen zich sneller geïntimideerd, of durven dat meer te uiten. Mannen voelen zich namelijk net zo goed geïntimideerd, maar die gaan dat met een soort bravoure verbloemen waardoor je dat haantjesgedrag krijgt. Als we meer vrouwen in de Rotterdamse raad zouden hebben, wordt er een stuk korter vergaderd, minder gebrald en meer concreet opgelost. Het kàn ook intimiderend zijn voor een vrouw. Je moet je mannetje staan, zeker hier, want de Rotterdamse raad is pittig en hard. Maar de grootste kracht van vrouwen is dat ze zich makkelijker kwetsbaar opstellen. Dat heeft de politiek meer nodig.
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat meer vrouwen zich verkiesbaar stellen? Mannen komen sneller op bepaalde posities omdat ze vaker een grotere bek hebben, terwijl er ongelooflijk veel kundige vrouwen rondlopen die uitermate geschikt zijn voor de politiek, zonder dat zij net zo’n grote bek hoeven open te trekken. Hoe doorbreek je die cirkel? Je hebt meer vrouwen nodig in de politieke arena om aan andere vrouwen te kunnen laten zien dat het anders kan. Het is goed als er meer vrouwelijke hormonen in een raadszaal komen. Maar dan moet je het eerst voor elkaar krijgen om die vrouwen in de politieke arena te hebben. Je moet nooit een vrouw op een positie zetten omdat het een vrouw is, ik geloof niet op die manier in positieve discriminatie. Je moet een vrouw of een man op een bepaalde positie zetten, omdat ze de juiste kwaliteiten hebben. Je moet wel die kwaliteiten zien bij mensen. Op het moment dat je in een mannenbolwerk gaat zoeken naar bepaalde kwaliteiten, wordt er al heel snel gezocht naar mannelijke kwaliteiten. Om dat te doorbreken moet je openstaan voor kwaliteiten die een vrouw specifiek met zich meebrengt. Daar zit het probleem.
Hoe vind je dat dat binnen de SP gaat? Ik ben nog steeds blij dat de SP niet zoals PvdA, man-vrouw-man-vrouw doet, want daar geloof ik niet in. Het gaat om kwaliteit. Ik geloof alleen dat er meer vrouwelijke kwaliteit te vinden is binnen de SP. Alleen vrouwen moeten zich wel kandidaat stellen. Wij hebben het nu in onze Rotterdamse fractie heel goed gedaan, drie van de vijf is vrouw en we hebben het jongste raadslid. Dus én qua leeftijd én qua man-vrouw verhouding zijn we vrij divers.
Waar ben je het meest trots op in je carrière als politicus?
Wat ik heel erg leuk vind, is dat ik in contact ben komen te staan met de Chinese gemeenschap in Rotterdam. De Chinese gemeenschap was roepende. Als je kijkt naar de verschillende culturen in Rotterdam, hebben de meeste mensen een aanspreekpunt of een vertegenwoordiging in de raad of in de politiek. De Chinese gemeenschap, in Rotterdam, maar ook in heel Nederland, heeft nergens een aanspreekpunt. Ik kwam op een gegeven moment met de Chinese vrouwenbeweging in Rotterdam in contact. Zij gaven aan dat ze een ingang nodig hadden om te laten zien dat zij bestaan en dat zij er ook zijn. Er speelt heel veel in deze gemeenschap waar we allemaal geen weet van hebben, omdat het heel gesloten is. Ik vind het heel erg tof dat ik daar heel goed mee in contact ben gekomen. Ze spreken veelal de taal niet goed en ik heb ze kunnen verwijzen naar de juiste instanties. Ze zijn nu ook politiek actiever. Bij elke verkiezing organiseren ze nu voorlichtingsbijeenkomsten. Om uit te leggen waarom ze moeten stemmen en waarover ze stemmen. Heel tof om te zien.
Ben je al raadslid bezig met gendergelijkheid?
Ik vind doelgroepenpolitiek lastig. Aan de ene kant is het nodig om iets te veranderen en bewerkstelligen, maar aan de andere kant wordt er nu teveel de nadruk op gelegd, waardoor je juist de scheiding aan het benadrukken bent. Wat ik probeer, is om niet op doelgroepen politiek te voeren, maar op inhoud. Als je strijdt voor goed onderwijs heeft iedereen daar profijt van. Als je strijdt voor goede huisvesting maakt het niet uit wat je afkomst is. Zonder je ogen te willen sluiten voor racisme en discriminatie, maar ik denk dat we daar een goede balans in moeten vinden, en dat is moeilijk.
Het gaat er uiteindelijk om dat je je hart laat spreken in de politiek
Wat zou je willen meegeven aan vrouwen die politiek actief willen worden of al zijn?
- Ga ervoor, vrouwen zijn vaak te bescheiden.
- Stel jezelf minder bescheiden op.
- Waar een vrouw twijfelt; kom ik nu niet arrogant over als ik zeg dat ik hier of daar goed in ben. Nee, een man zegt dat ook. Durf je kwaliteiten te benadrukken, gebruik ze en zet ze in.
- Het is tijd dat vrouwen een stap naar voren doen en zeggen wij zijn er ook.
- Als meer vrouwen zich roeren, komen we sneller tot de kern van het probleem, want vrouwen zijn heel erg oplossingsgericht en resultaatgericht in plaats van ego-gericht. Mannen zouden iets meer resultaatgericht mogen zijn, en vrouwen iets meer ego-gericht.
Kun je voorstellen dat je zelf een rolmodel bent als vrouw in de politiek?
Nee, daar ben ik me niet bewust van, maar ik kan me voorstellen dat je dat indirect bent. Laat ik hopen dat er één vrouw, of één man of een jongere is geweest, die na een gesprek met mij heeft gezegd dat is tof, misschien wil ik ook iets in de politiek gaan doen.
Welk politiek talent wil je een shout out geven?
Ik heb bewondering voor Querien Velter. Een hele leuke vrouw om te zien, een klein en schattig vrouwtje. Maar het is een pitbull, ze is voor de duvel niet bang. Als zij in debat gaat met een wethouder, dat is smullen. De wethouder Wonen knijpt ‘m altijd flink als zij een debat heeft aangevraagd. Zij is zoals een echte Rotterdamse volksvertegenwoordiger hoort te zijn, onverschrokken, volledig achter de Rotterdammer staan. Zij verliest zich compleet in de politiek, maar zodra zij onrecht ziet, stopt zij niet. Daar zit een hoop emotie in, ook als je haar in debat ziet. Dan zou gezegd kunnen worden, o dat is een typische vrouw hoe ze debatteert. Ja, maar het is kicken. Het is puur. En politiek heeft dat sowieso meer nodig, die puurheid. Al die gespeelde debattrucjes, leuk dat je ze leert bij je training, maar het gaat er uiteindelijk om dat je je hart laat spreken in de politiek. Want dat is de reden dat je je bij een bepaalde partij hebt aangesloten, omdat die partij voldoet aan de idealen die je zelf ook voelt in je hart. Als je dat weet over te brengen, vind ik je een super tof wijf. Zij is een voorbeeld. Vrouwen kijk naar haar! Al ben je maar half zo stoer als zij, dan kom je er ook.